In deze podcastreeks hebben we veel aandacht besteedt aan de mentale kant van inzetbaarheid. We hebben veel gesproken over het domein rondom burn-out en overspannenheid. We hebben nog niet veel gesproken over fysieke klachten. Terwijl die er zeker in de zorg, maar ook in andere beroepsgroepen, wel zijn. Daarom hebben we Wil Griffijn uitgenodigd. We kennen haar een flinke poos en hebben al vaker met haar samengewerkt rondom dit thema. Zij heeft veel ervaring in de zorg, dus hoog tijd om met haar hierover het gesprek te voeren.

Wie is Wil Griffijn?

Alvorens in gesprek te gaan, is het fijn om te weten wie Wil Griffijn is. Wil is eigenaar van Triple Dynamixs Preventie en Coaching en gespecialiseerd in fysieke belasting. Zij zijn actief in zorg, thuiszorg, ouderenzorg, kraamzorg en in veel andere sectoren.


Welk deel van het verzuim wordt veroorzaakt door fysieke klachten?

Van oudsher hebben medewerkers in de zorg al last van fysieke klachten. Het is zwaar werk: tillen, wassen, noem maar op. En ook een deel van het (langdurig) verzuim komt voort uit het niet goed omgaan met lichamelijke omstandigheden en technieken. Preventie speelt hierin een belangrijke rol. Denk hierbij aan mensen die te zwaar zijn of het niet goed hanteren van bepaalde technieken.

Een derde tot de helft van het verzuim in de zorg komt door fysieke klachten. Nu zit er ook een relatie tussen fysieke en mentale klachten. Die relatie nemen wij altijd mee in onze behandeling. Fysieke klachten zie je veel en als ik dit specificeer dan is het nog steeds de rug, maar zie ik ook met name schouder- en nekklachten optreden. Waar dat vandaan komt blijft een vraagteken en is een interessant gegeven, want in de zorg is veel aandacht voor ergonomie. Er zijn bijvoorbeeld steeds meer tilliften, en als deze er zijn, worden ze dan (goed) gebruikt? Bedden zijn verstelbaar, maar stel je de hoogte goed in? Er is een personeelsprobleem. De patiënten worden steeds zwaarder. Dit zijn allemaal factoren die meespelen.


Is het anders dan vroeger?

Nou  ja, qua gewicht van de gemiddelde patiënt denk ik wel. Qua ergonomie ook, dat was vroeger minder goed voor elkaar dan nu. Dat maakt dat het een boeiend fenomeen is om naar te kijken. Medewerkers, met name vrouwen, die werkzaam zijn in de zorg worden steeds ouder. Dit zijn mensen die heel dienstbaar zijn. Het zijn mensen die de zorg voor een ander hoog stellen en bij wat vage klachten heel snel denken: ‘ach, het gaat wel weer over’ of ze horen collega’s praten: ‘ach het hoort erbij’.

Voorbeeld uit de praktijk: Iemand die lang met schouderklachten liep en om zich heen hoorde: ‘ach in de zorg kunnen we toch wel wat hebben, hup schouders eronder’. Letterlijk. Uiteindelijk is deze persoon lange tijd met een frozen shoulder uitgevallen. Dat is best bijzonder, het lijkt wel alsof men elkaar aanmoedigt om door te gaan.


Het hoort er niet (meer) bij

Het hoort erbij in de zorg. Dat is jammer, want dat klopt niet. Het zou er niet bij mogen horen, want het kan opgelost worden. Het kan voorkomen worden. Laten we stellen: Het hoort er niet (meer) bij. Je kunt er zelf invloed op uitoefenen. Daar ligt ook de kracht. Het is niet nodig als je mensen voorlichting biedt, instructie biedt over houding, werk, techniek en het goed omgaan met ergonomische hulpmiddelen. Daar kunnen mensen echt winst boeken en dat zie je ook in de praktijk gebeuren. Als het herhaalgedrag zo is dat klachten niet of nauwelijks terugkomen, dan is er kennelijk iets in de oorzaak wat men aan heeft kunnen pakken, en met men bedoel ik de gemiddelde medewerker. Dan krijg je er effect van.


Doelgroep: vrouwen 40+

Wat meespeelt, zeker bij vrouwen die wat ouder zijn, is de hele werk/privé balans. Het is ook een doelgroep, als je een jaar of 40 bent. Je hebt nog de zorg voor de kinderen, mantelzorg. De vraag voor vrouwen op die leeftijd is: wanneer ben ik nou aan de beurt? Dat is ook een grote vraag binnen de hele overgang. Niet dat dit allemaal komt door de overgang, maar het zijn allemaal factoren die meespelen.


Wat kunnen we preventief doen?

Even naar de preventie, want veel klachten kunnen voorkomen worden. Hoe doen we dit dan? Wat zijn concreet de mogelijkheden? Hoe kunnen we dit voorkomen? Dat ligt aan het beleid waarvoor je kiest. Je hebt verschillend beleid, zoals:

  • Reactief beleid, waarbij de actie gericht is op mensen die klachten hebben. Bij voorkeur die nog niet verzuimen, dus als het licht oranje is.

  • Meestal zien we dat de mensen ingestuurd worden als ze wel verzuimen, dus als het licht op rood is. Dan begeleiden we ze on the job, in een een-op-een situatie en geven we ze instructie/ informatie over de vermoedelijke oorzaak. We trainen ze op houding, bewegingstechniek en bewegingstactiek. En dat stuk nemen we ook mee in de thuissituatie, want de gewoontehouding in het werk is ook de gewoontehouding thuis. Dit betekent niet dat we op de stoel van de medicus zitten, het gaat om gedrag. Of een klacht nou wel of niet medisch van aard is, maakt niet zoveel uit. Over het algemeen zie je overbelasting ontstaan bij de taken die uitgevoerd worden.


Hoe begin je?

We beginnen met een vraaggesprek. Waar loop je tegenaan? Bij welke taken op het werk en thuis ervaar je een probleem? Wat voor probleem dat dan ook is: bewegingsbeperking, pijn, krachtverlies, dat maakt niet uit. Dat zijn symptomen. Dan gaan we kijken: Hoe doe je het dan? Vanuit een redelijk mechanisch perspectief kijken we naar hoe je dit kan oplossen, hoe je het anders kunt doen, zonder dat je de structuur die overbelast is opnieuw gaat provoceren.

Dan zie je dat een andere bewegingstechniek nodig is. Deze gaan we trainen. En dan kunnen wij wel tegen mensen zeggen: ‘joh, je moet het zo doen’, maar dat werkt niet. Dus wat we doen on the job, en daarom zitten we ook on the job, is ervaar nu eens wat een andere bewegingstechniek doet. En uitleggen als bijvoorbeeld bovenhands iets pakken vervelend is, kijk eens of je het onderhands kan doen of met je duim omhoog. Kun je het dan ook pakken? Want dan gebruik je andere spiergroepen. En stel je voor dat iemand zegt: ‘ja, dat voelt goed’. Dan start het proces, die persoon gaat nadenken en dat hele proces van ervaren, denken, doen, leidt tot gedragsverandering. Want mensen zeggen ‘Ja’ tegen het nieuwe bewegen. Dat hoeven wij niet te doen, wij lopen aan de zijlijn mee.


“Elk nadeel heb zijn voordeel”

En dan wordt er weleens gezegd: je moet iets dertig dagen doen voordat het echt geïnternaliseerd is. Dat hele borgingsproces eigenlijk. Nou wij hebben een belangrijk ding – Johan Cruijff zei: ‘Elk nadeel heb zijn voordeel’ – maar als iemand pijn heeft, wil hij dat het liefst vermijden. En met dat anders bewegen werk je pijnvrij. Dat motiveert enorm. Dus pijn is een teken van: joh, dit gaat niet goed. Kijk eens of je het op een andere manier kunt doen. En die laatste tool die bieden wij. Zij krijgen als ze klaar zijn een naslagwerk met een foto, zoals ze de beweging deden en ook een foto van henzelf met hun nieuwe bewegingstechniek. Dus ze kunnen altijd terugkijken van: hoe was het ook alweer?


Hoe ga je om met de AVG?

Ok, dus de katalysator is pijn? Ik denk dat mensen van nature geneigd zijn om pijn te vermijden. In principe wel. Het is interessant. Dat doorlopen met vervelende klachten zou niet mogen, want daar gaat pijn mee gepaard. Dus als je iemand op de werkvloer hoort zeggen: oh, ik heb pijn in mijn knie/schouder/pols/maak niet uit, het altijd een signaal is om op te treden. Het enige waar je rekening mee moeten houden zijn de AVG regels. Daarom is het heel belangrijk dat een leidinggevende een medewerker uitnodigt om te praten over activiteiten waarbij hij hinder ondervindt. Dat kan, dat mag. En als je bijvoorbeeld hinder ondervindt bij het aantrekken van de steunkousen, of je ondervindt hinder bij het duwen van de broodwagen o.i.d. dan zijn dat activiteiten waarnaar gekeken kan worden.

Wat betreft de AVG mag je niet vragen naar de klachten, niet vragen naar de pijn. Daar hebben we mee te maken en we willen mensen ook niet in verlegenheid brengen. Dit neemt niet weg dat medewerkers het vaak uit zichzelf wel melden. Maar dat zijn de regels.


Vraag taakgericht

Wat je wel kan doen is vragen: waarbij heb je klachten? Vraag specifiek naar taken, want als je vraagt aan mensen: wat kun je wel of waar heb je last? Dan stuur je ze naar het grote bos. Maar als je taakgericht gaat navragen: met welke taken heb je problemen? Dan kunnen mensen dat heel goed benoemen. Een voorbeeld: ‘Oh, ik merk dat als ik het linnengoed in de kast leg. Daar heb ik last van. Daar heb ik hinder bij.’ En vanuit dat gegeven komt vanzelf een rode lijn, welke beweging is het nou eigenlijk? Als die beweging vervelend is, welke structuur hoort daarbij? Dat is het proces dat in ons hoofd rondgaat. En als ik die structuur moet beschermen, hoe zou ik de beweging anders uit kunnen voeren? Wat betekent dat voor de activiteit als ik de activiteit anders uitvoer? Gaat het dan goed? Kan ik de structuur beschermen? Want persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat het lichaam een fenomenaal herstelvermogen heeft, zolang je het maar niet iedere keer provoceert.


Wat kun je binnen de organisatie nog meer doen?

Veelal hebben organisaties hun eigen mensen rondlopen, zoals ergotherapeuten, fysiotherapeuten. Wat zou nog een tip zijn voor deze beroepsgroep om dat fysieke domein beet te pakken? Een leuke vraag, want binnen bijvoorbeeld de fysiotherapie ligt de focus vaak op stoornissen en bewegingsactiviteiten (heffen van de arm, buigen van de rug). En de stap die daarvoor nodig is, is hoe vertaalt zich dat naar het dagelijks leven. Bij welke activiteiten heb ik dat probleem? Bij welke activiteiten buig ik de rug? Dat stuk zie je ook terugkomen bij bijvoorbeeld de FML (Functionele Mogelijkheden Lijst). Dat gaat over bukken, lopen, tillen en zitten. Een medewerker kan daar niets mee, althans niet veel. Als je dit vertaalt naar dagelijkse activiteiten, dan wordt het veel duidelijker. Het kan zo klein zijn als de was ophangen of de koelkast inruimen, een ADL-lijst (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen).

Wat betreft de beroepsgroep van fysiotherapeuten, dit is precies de reden waarom wij begonnen zijn met de Post HBO opleiding Register FysioCoach. Om die stap te maken van stoornis naar dagelijkse leven.


Overbelasting door fysieke klachten is een optelsom van de hele dag

Het is dus belangrijk om niet alleen op het werkgebied te blijven, maar ook de brug te maken naar de thuissituatie. Voor de medewerker absoluut. Alleen let als werkgever op de AVG.

Als je op je werk een fantastisch ergonomisch ingesteld bureau en bureaustoel hebt, maar je blijft te ver van je af werken, dan is dat de gewoontehouding en gaat de ergonomie niet helpen. Als je dat ook thuis doet, zitten aan tafel, lezend of in de auto. Wat ik hiermee wil zeggen is dat overbelasting door fysieke klachten een optelsom is van de hele dag. Dus de oplossing ligt ook in de hele dag, het een stukje breder trekken.

Onbewust bekwaam

Als je als werkgever iets zou willen doen binnen de mogelijkheden van de AVG, wat zou dat dan kunnen zijn? Je wilt je medewerkers heel graag steunen, helpen. En het liefst voordat ie uitvalt. Ondertussen sta je als werkgever een beetje met de rug tegen de muur, want je mag niets weten. Hoe ga je dat dan doen? Door te praten over hinder bij werktaken kun je daar veel meer invloed op uitoefenen. Met invloed bedoel ik dat je erachter kunt komen bij welke taken ondervind je hinder. Dan is het zaak om te vragen aan de medewerker: Wat heb je zelf al gedaan? Want een medewerker weet zelf (onbewust) heel veel en is eigenlijk onbewust bekwaam. Ga maar na, als iemand flink last heeft van de rug, dan gaat ie op een hoge rechte stoel zitten met een kussentje in de rug. En de rug klacht is voorbij en iemand zakt weer onderuit. Als iemand last heeft van de schouder, dan werkt ie heel dicht bij het lichaam.

Waar wij de werkgever mee helpen is dat we handvatten bieden om de medewerker bewust bekwaam te maken van zijn klachten en hoe daarmee om te gaan. Dit doet denken aan de weg van de minste weerstand. Als je klachten hebt, dan ben je de pijn aan het omzeilen. Dat is waar het om draait.

Pijn wordt ook wel gezien als iets dat ‘moet’. Iedereen is met de beste bedoelingen gericht op pijn demping. Je slikt pillen om je pijn te verminderen. Je gaan naar een fysio om je pijn te verminderen. Ik denk dat pijn een geweldig gegeven is om te kijken hoe je de dingen zo kunt doen dat je pijn kunt vermijden. Dan voorkom je herhaalgedrag. Dat is de crux.


Hoe doe je dat dan?

Medewerkers instructie geven. Voorlichting bieden. Training on the job. Ervaring op laten doen met anders bewegen. Neem de pijn als richtpunt, kijk of je pijn kan vermijden tijdens je werk. Het is dus niet niets doen, niet rust nemen, maar dingen anders doen.

Kernwoorden zijn: anders doen, signaleren, serieus nemen, alternatief zoeken in een gesprek op taakniveau.

Dan sluiten we dit stukje af en gaan we nog even terug naar de doelgroep vrouwen 40+ en de overgang. Er wordt te weinig aandacht besteedt aan dit onderwerp en daar gaan wij binnenkort ook iets in doen.

De overgang

De grote vraag die bij vrouwen speelt, als ze zichzelf de vraag al stellen, is: Hoe ga ik het allemaal doen? Ze hebben de kinderen, ze hebben de opvang, ze hebben thuis en ze merken soms dat het lichaam niet helemaal meer wil. In het hoofd willen ze nog van alles en ‘moet’ het allemaal. Mijn vraag aan deze vrouwen is dan ook altijd: Van wie moet je dan? En wat moet je dan? En dat is een enorm proces. Het is echt een moment van bezinning en besef dat wat ze voorheen op een manier deden, dat dat niet meer zo goed werkt. Omdat het lichaam minder sterk wordt. Dat is een natuurlijk proces. Naarmate je ouder wordt, word je minder sterk. En dan te bedenken dat je vanaf je 24ste al downhill gaat, dus ja dat is vrij jong. Dat is ook de reden dat topsporters op dat niveau beperkt houdbaar zijn.


Er gebeurt van alles

Oestrogenen nemen af. Het zorgdeel neemt af en dat is ook heel vreemd, ook voor de omgeving. Je verandert, hormonaal en fysiek. En dat vraagt meestal een moment van bezinning. Al gaan de mensen meestal door tot het niet meer gaat. Soms letterlijk tot het moment dat het lichaam het niet meer draagt. Mentaal en/of fysiek. Er zijn zoveel factoren die een rol spelen, elke keer weer een drempeltje erbij. En als je dan in een cultuur zit, zoals hier in Nederland, van jeugd en strak zijn doet er toe. Dat doet wat met een mens, dat hoor ik ook van de dames. Het zijn de geluiden die je overal hoort op dit moment. In feite is de overgang een soort leermoment, een pauze, de naam menopauze zegt het al. Een moment om te bezinnen, over je carrière bijvoorbeeld.


Inzetten van PMO

Wij werken veel met PMO, gezondheidsonderzoek, een duurzaam inzetbaarheidsscan. En we leren de mensen die gegevens voor zichzelf te interpreteren. Waar sta ik nou? Waar liggen mijn aandachtspunten? Wat wil ik nou? Hoe ziet dat er voor mij over drie jaar uit? Wat heb ik nou nog nodig? We helpen mensen in dat reflectiemoment. Het is ons niet bekend of dit standaard is opgenomen in de vragenlijsten, maar wel in de vragenlijsten die Triple Dynamixs heeft ontwikkeld. Het is dus goed om te checken of de vragenlijsten die jouw organisatie gebruikt ook vragen rondom overgang en bezinning heeft opgenomen, dat helpt om daarover het gesprek te kunnen voeren. Daar begint het mee.


De kruk met de drie poten

Het is een vragenlijst en het is een onderzoek, maar het gaat om de vertaling. Daar geven wij zelfs workshops in voor de medewerkers. Een voorbeeld dat we graag gebruiken is de kruk met de drie poten, waarbij de drie poten staan voor: gezondheid, werk en thuis. En wat betekent dat? Wat voel je als de kruk in balans is? En wat merk je als er geen balans is? Wanneer trek je nou aan de bel? Nou daar is iedereen het meestal wel snel over eens, als die kruk omdondert. Wat merk je nou als die kruk begint te wiebelen? En zo maken we de stap naar reflectie.

En kijk nog eens naar je inzetbaarheidsscan. Vul hem nog eens in, pak je rapport er eens bij en kijk naar wat maakt nou dat ik niet in balans ben. Je gevoel serieus nemen. Hopelijk wacht je niet tot die kruk omvalt, maar begin je al op het moment dat je voelt dat ie instabiel wordt, begint te wiebelen. Dat is het moment om in gesprek te gaan met jezelf. Dat is waar het uiteindelijk om gaat. En dat mag gefaciliteerd worden door bijvoorbeeld een workshop, een een-op-een gesprek of anderszins. Het gaat om de bewustwording.

De beeldspraak van die kruk helpt daarbij en ervaren ze echt als meerwaarde. Ik kom jaren later nog steeds mensen tegen die de duim naar me opsteken en zeggen: ‘Wil, ik denk nog steeds aan je en aan de kruk’. Tja, hoe mooi is dat. Zo’n beeldspraak helpt echt, want ze weten het wel, maar staan er of niet voldoende bij stil of het wordt over de schouder gegooid, nu even niet. Er zijn altijd wel redenen: gewoon mee willen gaan, niet willen opgeven, niet willen accepteren dat je in die fase terechtkomt.


Goede zorg begint bij jezelf

Het is zo boeiend en helpend om vrouwen voorafgaand en in de overgang te leren weer naar zichzelf te kijken. En eigenlijk geldt het ook voor de jongere vrouwen. Want we rennen en we draven, maar we vergeten onszelf. En mogen we dan zeggen: zeker in de zorg? Ja, en dat is ook een beetje vrouw-eigen. Wij zorgen graag, en nog niet zo goed voor onszelf, denk ik weleens. Onze trajecten heten dan ook: Goede zorg begint bij jezelf. Je ziet vaak dat vrouwen eerst voor de ander willen zorgen en dan pas voor zichzelf. Na afloop van een workshop of traject geven de vrouwen ook aan dat als ze het voor zichzelf goed voor elkaar hebben, ze het ook beter voor een ander kunnen doen. Zorgen voor jezelf, is zorgen voor een ander.

Ben je geïnspireerd geraakt en zou je graag meer willen weten over de thema’s die in deze podcast zijn besproken, neem dan vooral contact met ons op via team@voorliz.nl.

Met dank aan Wil Griffijn.

Noot: Wil is eigenaar, adviseur en coach duurzame inzetbaarheid, integraal gezondheidsmanagement van Triple Dynamixs Preventie en Coaching. En eigenaar, ontwikkelaar, opleider Register FysioCoach en Gezondheidsmanagement van Triple Dynamixs Academy. Wil je in contact komen met Wil, stuur ons dan een berichtje via team@voorliz.nl of neem rechtstreeks contact met haar via tripledynamixs.nl/

PS In de podcast geeft Marieke aan dat we bezig zijn met een programma om mensen te leren wat beter voor zichzelf te zorgen. Speciaal voor zorg- en welzijnsmedewerkers die hierbij wel wat hulp kunnen gebruiken heeft VOOR LIZ in opdracht van de 14 werkgeversverenigingen Zorg en Welzijn de Stap op 1 vijfdaagse ontwikkeld. Deze vijfdaagse is tot en met september 2020 gratis beschikbaar. Kijk voor meer informatie en aanmelden op stapop1.nl/.

 

Beluister hier de podcast