Maaike neemt ons mee aan de hand van een prijswinnende casus, die gaat over het in beweging krijgen van de mbo-sector op het gebied van gezondheidsmanagement met betrekking tot duurzame inzetbaarheid.

Heb je weleens gehoord van het vak faciliteren?

Nou, daar had ik zelf nog niet eerder van gehoord, maar sinds een jaar ben ik daar helemaal in thuis. Ik heb een training gevolgd bij Maaike Sauerborn en Pepijn Nicolas. Maaike zit naast me en we gaan heel veel horen over het vak faciliteren en hoe zich dat verhoudt tot inzetbaarheid. Want daar gaat het ons natuurlijk om in deze podcastreeks. Maaike, wil jij kort iets zeggen over wie jij bent?

Maaike: “Dat is goed. Ik ben Maaike Sauerborn en ik ben een van de eigenaren van Youfacilitate. De andere eigenaar is Pepijn Nicolas. Wat wij doen is: wij steunen processen op een onpartijdige manier, waarbij wij vraagstukken in beweging brengen. Mijn achtergrond is de sportwereld en de rode draad in mijn leven is beweging creëren.”

Award voor het in beweging krijgen van de mbo-sector

Een heel mooi begin, beweging creëren. Ik denk meteen aan het volgende: ik weet dat jullie vorig jaar een prijs hebben gewonnen als facilitators, waarbij het gaat om beweging te krijgen binnen het onderwijs met betrekking tot het thema duurzame inzetbaarheid. Zeg ik dat goed?

Maaike: “Ja, we hebben een internationale prijs gekregen – de Oscar op ons vakgebied ‘faciliteren’ – voor onze mbo-opdracht. Ik was op dat moment programmamanager voor paritaire (gelijkelijk vertegenwoordigde) partners en mijn opdracht was om de mbo-sector op het gebied van gezondheidsmanagement duurzame inzetbaarheid in beweging te krijgen.”

Interessante vraag is: waarom wilden zij dat? Wat gebeurt er in het onderwijs en waarom hebben zij die beweging nodig? Kun je daar iets over zeggen?

Het is niet eenvoudig om goed voor je eigen duurzame inzetbaarheid te zorgen

Maaike: “Er gebeurt veel op het maatschappelijk vlak. Bij mbo-instellingen is veel aan de hand. Ze moeten veranderen. Dus dat betekent dat flexibiliteit nodig is om te kunnen meegaan met veranderingen. Nou, dat vraagt nogal wat van de student en ook van de docent en de hele school. En je merkt ook wel dat het niet altijd eenvoudig is om lekker in je vel te zitten, plezier in je werk te hebben, goed voor jezelf te zorgen, goed voor je eigen duurzame inzetbaarheid te zorgen. We hebben gezegd: ‘We vinden het belangrijk dat scholen daar meer aandacht voor hebben.’ De situatie was dat we best nog in de oude stijl zaten, dus veel re-integratie, reactief. Terwijl je veel meer aan de voorkant wilt zitten: preventie, versterken, de amplitie (het bevorderen van het positieve).”

Dat is een ontzettend mooi streven. Wat ik vaak hoor uit de praktijk is dat het lastig is om te veranderen als je tot je nek in het hoge verzuim zit. Hoe heb je daar medestanders in gekregen binnen de mbo-omgeving?

Hoe zitten ze erin?

Maaike: “Voor mij was het een nieuwe omgeving, want ik kwam niet uit de mbo-sector. Dus ik vond het heel belangrijk om te weten wie nu eigenlijk mijn stakeholders waren, mijn spelers in het veld. En ik vind het heel belangrijk dat iets strategisch wordt opgepakt, beleidsmatig, maar ook toepasbaar, dus dat dat in elkaars verlengde zit. Ik heb heel erg gekeken naar ‘wie zijn dan de mensen met wie ik contact heb’ en bleken vooral mensen vanuit HRM, facilitair, OR. Die hebben natuurlijk heel veel rechten op dat gebied, dus ik ben vooral gaan kijken hoe ze daar nou eigenlijk in zitten. Wat voor belang hechten zij aan het onderwerp, hoe kijken zij tegen het onderwerp aan. Er is veel diversiteit aan instellingen. Dus hoe kijkt iedereen er tegenaan en welk netwerk heb je. Ik ben heel veel kopjes koffie gaan drinken om de stand van zaken te bekijken.”

En had je dan elke keer dezelfde vragen bij je? Verliep het gesprek elke keer hetzelfde? Wat staat je nog bij van die gesprekken?

Wie is de mens achter de functie?

Maaike: “Ik heb niet een standaard vragenlijstje. Ik ben wel heel erg geïnteresseerd in wie de persoon is die daar zit. En nog niet eens heel erg vanuit de functie; dat vind ik minder interessant. Maar meer: wie zit daar nou achter, wie is nou de mens achter de functie, wat brengt jou in beweging. Want ik had als opdracht dat ik beweging moest creëren. Ik kan die beweging niet creëren. Ik kan ondersteunen, maar uiteindelijk zullen zij zelf ja of nee moeten zeggen tegen stappen die zij willen maken. Dus ik heb heel erg gekeken naar: als dit nou mijn opdracht is, wat is het belang van de ander daarin, hoe zit hij erin en wil hij dat überhaupt, wat vindt hij daarin belangrijk.”

En wat kwam je tegen daarin, wat vinden ze belangrijk?

Waarom versus wat

Maaike: “Nou, ze vinden het wel belangrijk, maar wat jij al eerder zei: er is niet veel tijd, mensen zitten echt anders in de wedstrijd of zaten niet anders in de wedstrijd maar hadden de aanname dat ze er anders inzaten. Zeker bij OR’en en HRM. OR’en hadden niet altijd de kunde om de goede vragen te stellen. Ik heb ook gezegd dat ze echt niet de kennis hoeven te hebben, dat is niet te doen, daar zijn andere specialisten voor. Maar wel is het goed om te weten welke vragen jij moet stellen om akkoord te geven op beleidsstukken. Wat me ook opviel is dat veel mensen gelijk naar de ‘wat’ vroegen: wat gaan we dan doen? Terwijl ik meer ben van: wat maakt dat je er iets aan wil doen, waarom doen we dit?

Ik vind dat een instelling bestaat uit mensen, menselijk kapitaal. Die maken de school. Wat ik toch wel spannend vond om te horen, is dat er niet vanuit de menswaardigheid gedacht wordt, maar gewoon vanuit een nummer. Mijn vraag is dan ook: wat maakt dat je dit doet? Is dat om een checklist te hebben van ‘goh, ik heb weer iets gedaan aan duurzaamheid’? Of wil je écht zorgdragen voor je mensen, en natuurlijk ook dat zij zorgdragen voor zichzelf? Maar die twee, kwaliteit en kwantiteit, zijn wel andere keuzes die mensen maken.”

Mens- of cijfergericht?

Ik kan me voorstellen dat het lastige gesprekken zijn om te voeren, met mensen die vanuit nummers denken. En zeker als het om dit thema gaat. Inzetbaarheid is een heel menselijk thema. Maar kennelijk zijn ook deze mensen die wat meer vanuit nummers dachten, meegegaan in de beweging.

Maaike: “Ja, en dan gaat het vanuit mijn perspectief ook over anders denken of ervoor openstaan dat zij op die manier denken. En ze hebben daar ook wel voor een deel gelijk in, want ze moeten ook voldoen aan de eisen van de onderwijsinspectie of inspectie SZW. Dus moeten dingen gewoon voor elkaar zijn. Zij weten ook dat hoe meer mensen verzuimen, hoe moeilijker het ook voor de klas wordt. Want er zijn dan minder mensen vóór de klas. Er zitten ook financiële gronden achter. Je dient met alles wel rekening te houden en als je doorvraagt en doorvraagt, dan zit dat menswaardige daar ook, maar zij hebben ook financiële beslissingen te maken.”

Dus eigenlijk zeg je: ‘Er zijn mensen die vanuit financiën denken en daarachter zit ook menselijk kapitaal. En er is een groep die kijkt vanuit menselijk kapitaal en daarachter zitten natuurlijk ook de financiële cijfers.’ 

Marketinghaakjes

Maaike: “Ja, en wat breng je als prioriteit naar voren. Daar het gesprek over voeren. En daarom is het ook belangrijk om te weten wat het belang is van degene die daar zit. Ik noem dat weleens ‘marketinghaakjes’. Zorg dat die er zijn, dus ‘hoe kan ik jou meekrijgen in de beweging of dat jij gaat bewegen’, en dan moet ik wel de juiste belangen hebben en de juiste woorden hebben om te zorgen dat jij mee gaat of niet.”

Ik probeer de situatie samen te vatten. Jij bent langsgegaan bij cruciale sleutelpersonen om het zo maar te zeggen, om goed te luisteren naar wat zij nodig hebben, vanuit welke uitdagingen, vanuit welke waarden, willen zij meegaan. Om vervolgens na te denken over: wat gaan we werkelijk bieden.

Machthebbers of ambassadeurs voor olievlekwerking?

Maaike: “Ik vind het wel mooi dat jij zegt ‘sleutelpersonen’, want daar wordt vaak heel anders over gedacht. Heel vaak denken we welke mensen hebben de macht, voorzitters van OR, college van bestuur, maar bij mij gaat het niet om macht. Ik kijk heel graag naar mensen die ambassadeur kunnen zijn. Dus die van invloed kunnen zijn en daarmee de olievlekwerking in gang kunnen zetten. Dus ik kijk in een OR, HR of team naar: wie zijn degenen die het over kunnen brengen. Ik ben maar één iemand. En je hebt meerdere mensen nodig die de beweging kunnen creëren.”

Je bent aan het kijken naar personen die het menselijk contact weer kunnen maken?

Maaike: “Ja, en die kunnen er echt anders inzitten dan ik. En dat is belangrijk, want ik kan niet iedereen bereiken. Dus ook de mensen die financieel nadenken kunnen weer een andere groep bereiken.”

Ik vind het mooi hoe je dit zegt. Hiermee zeg je: ieder heeft zijn eigen waarde op zijn eigen manier. Het is belangrijk om je als brenger van een beweging vooraf te realiseren dat niet iedereen vanuit dezelfde boodschap denkt, vanuit dezelfde grondhouding.

Maaike: “Ja, en dat is niet altijd makkelijk. Dat vind ik zelf ook niet altijd makkelijk. Het is belangrijk om er onpartijdig in te zitten.”

Dat vind ik een mooi intro, vanuit welke gedachte je bent ingestapt. Hoe je dat hebt aangepakt. Nu komen we in de volgende fase. Je hebt je verkenning gedaan. Wat gebeurde er toen?

Na de verkenning volgt de volgende fase – individueel perspectief

Maaike: “Wij hebben gezegd: ‘We willen een community based aanpak’. Je hoort vaak over de good practices of je kan naar een website met allemaal tools en daar vind je de oplossing. Nou, daar ben ik niet een heel groot voorstander van. Niet dat het niet goed is, maar wat moet je dan eigenlijk doen? Die informatie ontbreekt meestal. Het zijn vaak hele mooie handvatten, maar de ‘hoe’ zit daar vaak niet in. En wij hebben gezegd: ‘We nemen alle mensen bij elkaar en organiseren één moment, een bijeenkomst, waar iedereen die wil, die interesse heeft – en dat zijn meestal de koplopers die er toch al iets mee doen – welkom is. En daar gaan wij vanuit individueel perspectief kijken naar wat wil jij ten aanzien van dit onderwerp.’ Dus wij hebben niet gezegd: ‘Dit houdt gezondheidsmanagement duurzame inzetbaarheid in.’ Tuurlijk hebben we een kader, maar mensen mogen dit zelf invullen. Open vizier houden.

First followers

En daarom hebben we ook gezegd ‘vanuit individueel perspectief’. Je komt immers altijd met jezelf binnen. En daar gaan we kijken wat mensen eigenlijk willen, hoe ze er nu in staan en of ze ten aanzien van dit onderwerp verder willen of niet. Daar creëer je ambassadeurs. Maar mensen maken ook zelf de keuze om te zeggen ‘nee, op dit moment is het niet de juiste tijd – of wat dan ook – om niet verder te gaan.’ En dat is ook een keuze die mensen maken. Dus de keuze om door te gaan of niet. En daar kweek je de first followers, mensen die willen die er al iets mee hebben. De ervaringsmensen zitten daar veel.

Samen de beweging creëren

Nou, dat is de eerste bijeenkomst. En de volgende keer zeggen we: ‘Kom met je team.’ En het is aan hen om een team te maken. En dan zie je al dat ze komen, met of zonder team. Ik merkte dat er verschillende collega’s van instellingen kwamen die niet van elkaars bestaan afwisten, dus dat maakt het heel interessant. En ik gaf aan de voorkant ook wel een blaadje mee met allemaal steekwoorden rond duurzame inzetbaarheid, ter inspiratie. Dan ga je met het team kijken naar wat zij nou eigenlijk willen. De ambassadeurs nemen weer anderen mee, dus de beweging wordt groter. Je vraagt ook andere mensen om mee te verspreiden, help ons in de olievlekwerking. Het is niet erg dat ik iedere keer kopjes koffie kom drinken, maar zet hen ook aan het werk als we iets samen willen met de sector. Nou dan maken we die beweging.”

Ik probeer het even te concretiseren, want die bijeenkomst hebben jullie georganiseerd en daar hebben jullie die eerste groep uitgenodigd, zo van: ‘Kom lekker langs en vanuit jullie eigen perspectief gaan jullie hier zitten, vanuit jullie eigen inhoud, etc.’ Wat moet ik mij hierbij voorstellen? Gaan mensen dan in hun eentje iets zitten te doen?

Hoe het er nu voor staat is niet je toekomstwens

Maaike: “Het is een hele individuele dag. We gaan eerst onderzoeken: wat wil je in jouw rol, jij als persoon, wat wil jij ten aanzien van duurzame inzetbaarheid? Wel werk gerelateerd. Dus wat wil je vanuit jouw rol? En dat mag van alles zijn. Alles is goed, want het is jouw visie. En dan ga je eigenlijk tekenen wat de situatie is, hoe het er nu voor staat. Nou, dat is nooit je toekomstwens natuurlijk. En dat ga je met elkaar bespreken. Dus met totaal onbekende mensen, vreemden eigenlijk. Want we raden aan om dat nog niet met je eigen team te bespreken. En dat zorgt voor inzichten bij jou, waarbij jij denkt hé, dit kan ik in de volgende stap doen. Maar dat is wel heel individueel gericht.”

Dat snap ik, en ik vermoed dat hier het woord faciliteren even langs gaat komen, want daar hebben jullie trucjes voor als ik jullie een beetje heb leren kennen. Want zo’n dag is niet zomaar van: kom maar even binnen en ga maar praten. Daar hebben jullie wel over nagedacht.

Poepbruin

Maaike: “Ik was daar programmamanager, dus ik had een onafhankelijke functie, maar was niet onpartijdig, want ik had een doelstelling van mijn paritaire partners meegekregen. Dus denk even aan HRM, die heeft dat ook. En daarom heb ik toen Pepijn Nicolas ingehuurd om het proces te steunen. Een van de principes die we heel belangrijk vonden, is dat je naar elkaar leert luisteren, het gesprek leert voeren. Dus als je in een groepje een tekening hebt gemaakt van de huidige situatie en je gaat het erover hebben, dat eerst iedereen iets vertelt zonder dat je een discussie gaat voeren. En de noodzaak, het belang hiervan is dat je niet verzand in een situatie dat jij iets zegt en de ander reageert daarop; het gesprek gaat dan alleen om de eerste reactie. Terwijl je juist iedereen aan het woord wilt laten en gehoord wilt laten voelen. En dat gaat wel met faciliteren. Wij noemen dat het principe van de gestreepte sok. Als je alle kleuren door elkaar roert, dan krijg je zo’n hele vieze poepkleur bruin. En al die verschillende meningen mogen er zijn. Je hoeft niet altijd gelijk tot consensus te komen. Laat iedereen zijn mening geven op die tekening, zijn feedback, dat geeft altijd heel veel inzicht aan de ontvanger/de tekenaar met wat hij ziet. Want wij kijken vaak door onze eigen roze bril. Dus dat was een van de principes.”

Dit zijn van die faciliteerprincipes, dat je gebruik wilt maken van de kracht van iedereen. En dat sturen jullie een beetje door het maken van tekeningen. Ik heb het zelf mogen ervaren, dus ik heb er een beeld bij, maar voor de luisteraar/lezer: er wordt bijvoorbeeld gebruikgemaakt van een praatplaat. Dat klinkt wat gek, maar dat is letterlijk wat het is. Je gaat op een A4 tekenen hoe je huidige situatie eruit ziet. Het idee erachter is dat mensen aan de hand van de tekening van hun eigen situatie meer duidelijkheid krijgen over hun huidige situatie en ook oer waar ze naartoe zouden willen.

Even terug naar de casus van de mbo-sector. Jullie hebben daarna meerdere bijeenkomsten georganiseerd met de bedoeling dat volgens het zwaan-kleef-aan-principe vanuit de organisatie steeds meer mensen zouden komen. Gebeurde dat ook?

Het generatiemodel

Maaike: “Ja, dat gebeurde ook. We hebben het volgens het generatiemodel gedaan, dus iedereen die voor de eerste keer een bijeenkomst bijwoont. Dus of het nu gaat om bijeenkomst 1, 2 of 3, je begint altijd individueel. En de tweede keer begin je met een team. De derde keer kijk je samen met andere instellingen naar ‘hoe doen jullie dat’ en hebben we er ook nog adviseurs bij. Het idee dat je samen in een ruimte zit, ook al ben je van verschillende generaties, creëert betrokkenheid bij elkaar. We zorgen er ook voor dat de stoelen schouder aan schouder staan. Het manoeuvreren van de setting noem ik dat. De akoestiek is net niet goed genoeg, dus je moet voorover leunen. Hierdoor creëer je veel betrokkenheid en saamhorigheid en dat is juist heel goed voor die olievlekwerking en om samen ergens mee bezig te zijn.”

Hoe lang zijn jullie met die opdracht bezig geweest?

Een jaar lang kopjes koffie

Maaike: “Dit was een opdracht die ik vijf jaar heb gedaan. Het eerste jaar ben ik alleen maar koffie gaan drinken. En heb ik onderzocht wat ze nou eigenlijk nodig hadden. Er bestonden al heel veel werkgroepen. Ik vind het zonde om iets nieuws op te richten. Ik moet wel echt aanvullend zijn, duurzaam. Wie staan er naast mij die ook deze ambitie hebben? Zo was er de ‘gezonde school’ en een andere werkgroep waarvan ik dacht: we moeten samenkomen, want we hebben samen ambitie. Ook al hebben we misschien een andere rol. En dan ga je samen iets creëren.

Ieder jaar – het moest ook wel behapbaar zijn voor iedereen -, organiseerden we een bijeenkomst. Tussendoor gaven we nog wel masterclasses over hoe je dat verder kunt verspreiden binnen jouw school. Dus eigenlijk gingen we dan de faciliteerprincipes toepassen. Maar voordat mensen kunnen gaan experimenteren, etc. heb je tijd nodig. Wij hebben drie of vier bijeenkomsten georganiseerd om een beweging te creëren.  Dat hebben we op de manier gedaan waarvoor we de prijs hebben gewonnen. En vervolgens was weer iets anders nodig. Weet je, je moet niet blijven continueren, maar heel goed kijken naar wat de community nù vraagt om een volgende stap te kunnen zetten.”

Nu houd ik van de resultaten; kun je terugkijken en met ons delen wat je hebt gezien aan resultaten?

En dan opeens ben je misbaar

Maaike: “Ja, er waren 65 instellingen en zeker 63 instellingen waren met inzetbaarheid heel goed bezig. Ieder op een ander niveau. Een van de mooiste resultaten vond ik van een instelling in het noorden, waarvan ik op een gegeven moment dacht: waar zijn die nu mee bezig? Het wordt op een gegeven moment zo groot, dat ik daar geen grip meer op heb en het zou heel mooi zijn als mijn functie misbaar is. Dat ze het zelf kunnen rooien, eigen regie kunnen voeren. En zij hebben in het noorden samen met andere bedrijven en met een hbo-instelling en een universiteit een duurzaamheids- en gezondheidsnetwerk opgebouwd. En dat deed een heel klein beetje pijn, want ik was dus misbaar, maar het was heel mooi dat ze daar zelf iets hebben opgezet. En dat het ook niet alleen de mbo-instelling is, maar dat ze hebben gekeken naar: wat is nou in de buurt waar wij samen inspiratie uit kunnen halen en waar we samen mee verder kunnen gaan. En ik merk ook dat er goede contacten zijn in de instellingen onderling, dus met OR, facilitair en HRM. Dat die samen met elkaar optrekken. Je hoeft het niet altijd met elkaar eens te zijn, je denkt vanuit andere rollen, maar dat je elkaar weet te vinden en dat je elkaar kunt versterken, dat vind ik echt wel heel mooi.”

En mag je dan concluderen dat de beweging richting inzetbaarheid daarmee geslaagd is?

Maaike: “Bij het woord geslaagd denk ik dat het klaar is en dat is het absoluut niet, zou ik zeggen. Dat is het nooit. Maar wel geslaagd in de zin van dat de intentie er is en de stappen gemaakt worden, dat ze ermee aan de slag zijn, dat ze in beweging zijn. Wij zeggen ook altijd: ‘Wij komen wanneer vraagstukken in beweging gebracht moeten worden en wij kijken eigenlijk naar de beweging. Het gaat om het proces. En soms slaagt het proces ook niet, maar dan probéér je het in ieder geval. Dat je stappen maakt, dat is de winst.’”

En daarmee hebben jullie uiteindelijk in Parijs de prijs mogen ontvangen. Hiep hiep hoera.

Van 1 naar 50.000 mensen in beweging

Maaike: “Ja, hiep hiep hoera, want wij gingen van één iemand – ik die de opdracht kreeg – naar meer dan 50.000 personen die in beweging kwamen. Ik kan de tel ook niet meer bijhouden, want het werd zo groot. Wij kregen de prijs, maar eigenlijk is het de prijs voor de mensen zelf, want zij creëren de beweging.”

Dat vind ik zo prachtig aan het verhaal, dat het echt een co-creatieproces is geweest van verschillende individuen, vanuit verschillende vakgebieden, vanuit verschillende instellingen. En dat dit zo’n saamhorigheid geeft. Samenwerken aan het thema werkt kennelijk heel prettig.

Maaike: “En wat jij ook zegt over zelfregie op die bijeenkomsten. Ik heb er zeven jaar voor gestudeerd, dus ik vind dat ik er veel van af weet, maar ik moest van Pepijn op mijn handen zitten in het midden van de zaal, op een stoel. En ik mocht niet met advies komen. Ik mocht niet met goedbedoelde meningen komen. Als mensen een vraag hadden, dan kwamen ze naar mij toe. En dat zorgt dat mensen zelf in beweging komen. En dat was heel moeilijk voor mij. Maar dat is het wel, dat is wat mensen zelf in beweging laat komen. Ik ging ook geen blaadjes uitdelen, zij pakken zelf stiften, zij pakken zelf hun eigen stoel op, zij gingen zelf nadenken. En dan creëer je beweging van de andere kant. Want wij zijn heel goed in zorgen voor, maar dat betekent dat de ander niks gaat doen. Achterover gaat leunen. Dat heb ik daar toen heel erg geleerd. Op je handen zitten.

Op je handen zitten en achterover leunen

Een vraag aan de lezer: kun jij dat, op je handen zitten? Kijken wat er gebeurt. Best ingewikkeld, denk ik.

Dankjewel, Maaike. Een heel mooi verhaal. Ondertussen ben je ondernemer en samen met Pepijn echt vanuit dat faciliteerprincipe bezig. Processen simpeler maken. Processen duiden. Heb je daar zelf nog wat aan toe te voegen? Wat is nou faciliteren?

Maaike: “Dat is best lastig, want wij steunen processen. Degene die daar zit, is verantwoordelijk voor de inhoud. Wij geven werkmethodes zo mee en manouveren de setting zo dat het in gesprekken en in vraagstukken meer wijsheid oplevert, meer gemak oplevert, maar ook gewoon meer plezier met elkaar. Dus wij hebben het over slimmer samenwerken, voorbij het gedoe. Hoe lekker is het als je samen aan een vraagstuk kunt werken, waarbij iedereen zich inzet.”

Heerlijk. En dat plezier trekt mij ook aan en dat heb ik ook wel gezien bij jullie. Ik heb dat zelf mogen ervaren. Heel belangrijk.

Wil je hier meer over weten, neem dan een kijkje op de website www.youfacilitate.nl. Er staat ook een aantal hele leuke gratis oefeningen op de site. Hiermee kun je er gewoon eens kennis mee maken. Ik vind het een mooi verhaal, want het sluit heel erg aan bij het nemen van je eigen regie. Zorg ervoor dat niet iedereen achterover gaat leunen, want dan ben jij heel hard aan het werk als HR-persoon. En ik weet dat het eigen is van heel veel mensen om hard te willen werken, maar ik weet ook dat dit niet altijd het resultaat oplevert dat je wilt. Dus het is de uitdaging om eens te proberen wat meer achterover te leunen en eens te kijken naar wat er gebeurt en wat er echt nodig is in de organisatie. Dankjewel Maaike. Heb je nog iets toe te voegen? Dan laat ik het laatste woord aan jou om af te sluiten.

Maaike: “Ik vind het lastig, zal ik heel eerlijk zeggen, maar ik ben altijd iemand die heel erg haar hart volgt, vanuit haar hart opereert, nieuwsgierig is naar andere mensen, dus niet alleen met haar eigen ‘ik’ bezig is. Dat wens ik de lezer ook toe: heel veel nieuwsgierigheid.”

KLIK HIER OM DE NAAR DE PODCAST TE LUISTEREN